Testbericht

Dit is een testbericht, en mag veilig worden genegeerd.

Lorem Ipsum

Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Integer feugiat luctus sodales. Fusce sagittis eleifend pellentesque. Etiam justo libero, convallis sed neque a, luctus ultricies erat. Cras bibendum ullamcorper enim, varius sollicitudin purus varius non. Sed pulvinar ut est eu consequat. Donec posuere eros eu cursus pellentesque. Vestibulum rutrum odio vel tincidunt dapibus.

Cras tempor

Cras tempor tristique pretium. Praesent dapibus tristique ex nec tincidunt. Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Sed placerat cursus sem, sed pretium odio molestie in. Orci varius natoque penatibus et magnis dis parturient montes, nascetur ridiculus mus. Morbi auctor suscipit dui. Integer lorem augue, dictum sed sapien at, facilisis convallis neque. Sed non diam a elit tempus porta vel ut felis. Fusce viverra sapien felis, eget ultricies lorem dignissim non. Nunc faucibus felis ligula, a ornare mi ornare vel. Curabitur vestibulum cursus elit, id vehicula enim facilisis vitae. Mauris consectetur, dolor tempor blandit scelerisque, erat est volutpat massa, in vulputate justo libero quis ligula. Mauris pulvinar, dolor id imperdiet vulputate, quam nibh tempor orci, quis porta lectus justo eu mi. Nulla id velit leo. Nam aliquam ex magna.

Integer viverra erat at blandit faucibus. Sed rhoncus enim turpis, id imperdiet ante convallis ut. Nullam placerat, elit sollicitudin consectetur venenatis, lectus enim cursus justo, et fermentum velit ligula ac sapien. Donec vel mi dictum, volutpat erat quis, auctor lacus. Aliquam porttitor orci eget porta volutpat. Sed eu nisl vel urna fringilla pulvinar viverra vel nibh. Quisque cursus, nisl nec cursus dictum, diam velit malesuada velit, ac aliquam orci erat nec magna. Aenean ornare eu odio sit amet condimentum. Sed id lacinia turpis, quis faucibus diam. Maecenas viverra vestibulum nisi a aliquet. Sed rhoncus a libero sit amet egestas. Integer et sagittis urna, eget sodales arcu. Nulla dictum, diam et auctor pellentesque, mi risus pharetra metus, eget suscipit leo dui nec augue. Nulla id euismod diam. Nulla dapibus purus sed gravida vehicula.

Pellentesque mauris risus, semper et ultrices at, sodales sit amet ante. Praesent bibendum sem justo, ut gravida libero viverra non. Nam lacinia gravida luctus. Pellentesque habitant morbi tristique senectus et netus et malesuada fames ac turpis egestas. Nullam magna ligula, euismod et velit et, pharetra consectetur tellus. Nullam ultricies congue arcu, quis rutrum magna volutpat sit amet. Phasellus a massa ipsum. Pellentesque habitant morbi tristique senectus et netus et malesuada fames ac turpis egestas. Pellentesque habitant morbi tristique senectus et netus et malesuada fames ac turpis egestas. Nulla sollicitudin aliquam nulla. Maecenas sodales nisi nec varius tempor. Donec ac malesuada orci.

Donec at feugiat nibh. Suspendisse eget augue non tortor facilisis egestas id a risus. Fusce id tincidunt nisi. Mauris at urna fringilla est ultrices lacinia quis eu velit. Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Nam eu dui quis augue aliquet suscipit. In fermentum neque nec sapien maximus, a tempus dui blandit. Vestibulum massa nisl, sodales non felis sed, molestie varius orci. Pellentesque eleifend justo vel hendrerit suscipit. Phasellus in porta massa, ultrices interdum erat. In faucibus nibh in elit viverra, vitae facilisis turpis tempus. Cras ullamcorper luctus pulvinar.

29 mei 2022 Nuuksio Nationaal Park

Vanochtend zijn we na het ontbijt vertrokken naar het treinstation dat op zo’n 15 minuten lopen ligt van ons appartement. Vanaf daar namen we de trein naar de stad Espoo (Esbo) in de regio Uusimaa (Nyland). De trein was een door de Zwitserse firma Stadler gebouwde elektrisch treinstel dat een jaar of 15 oud was. Het Finse spoor is een stuk breder dan het Nederlandse, net als in Rusland is het spoor hier 1524 mm breed (vergeleken met de 1453 mm die gebruikelijk is). Gek genoeg kan een Russische trein niet zomaar in Finland rijden, want in Rusland liggen de sporen verder uit elkaar dus je hebt kans op botsingen. De Russische spoorbreedte is echter wel een duidelijk restant van het Russische verleden van Finland. De Finse spoorwegen (Suomen Valtion Rautatiet / Finlands Statsjärnvägarna) zijn dan ooit opgericht als de Finskije gosudarstvennije zjeleznyje dorogi (Russisch voor Finse staatsspoorwegen).

Na twintig minuten kwamen we aan in Espoo. De stad Espoo (Esbo) is een tweetalige gemeente waarin Zweeds de hoofdtaal is. De stad is dan ook al een oude 15e eeuwse stad met een bekende oude Kathedraal. Vandaag de dag is de stad echter vooral een forensenstad voor Helsinki en is er veel dienstenindustrie. Maar daarvoor waren we echter niet; vanaf Espoo kun je ook de bus verder de regio Ussimaa (Nyland) in nemen.

De bus naar het nationaal park

Ongeveer 20 minuten buiten Espoo, en zo’n 35 km vanuit hartje Helsinki ligt het nationaal park Nuuksio (Nuuksion kansallispuisto, Noux nationalpark). Dit is een van de veertig nationale parken die Finland rijk is en is ruim 53 m³ groot. Juist omdat het zo goed te bereiken is is het park een fraai uitstapje vanuit Helsinki. In het park liggen diverse meren (maar Finland heeft meer dan 30.000 meren). Het park is bekend omdat de Siberische vliegende eekhoorn (Pteromys volans) er voorkomt; nochtans zagen wij er helaas geen 🙁

Halverwege het park ligt natuurcentrum Haltia; hier is een café, is er informatievoorziening over het nationaal park en een winkel waar in het nationaal park vervaardigde waren worden verkocht. Het is een erg gemakkelijk startpunt voor een uitstap het park in. Vanaf Haltia loop je in 2 km naar een uitzichtpunt dat uitkijkt over het grootste meer van Nuuksio. Het pad is goed rolstoeltoegankelijk en in een drie kwartier loop je gemakkelijk heen en terug.

In het café van het natuurcentrum  is een goed lunchbuffet ter beschikking met warme en koude gerechten. Hiervan hebben we dan ook goed gebruik gemaakt. Op het menu stonden onder andere diverse groentes, een viscake, stoofvlees en voor de vegetariër aubergine met kaas. Net zo als bij alle buffetten (en veel restaurants) is water en koffie/thee gratis beschikbaar (ook met extra refills). Het was een gemakkelijke manier om even op te laden voor onze middag.

Na de lunch besloten we verder het park in te gaan. Een wat lastiger pad, waarin enkele stevige klimmen – waarvan sommigen met trappen – zaten bracht ons in een kilometer of vier naar het dorpje Haukkalampi (Hauka). Hier is een parkeerplaats dat toegang verschaft tot het nationaal park (waar auto’s verder verboden zijn). Bij Haukalampi kozen we ervoor om nog verder te lopen. Drie kilometer verderop ligt het plaatsje Kattilla; hier bevindt zich ook het eindpunt van de buslijn vanaf Espoo. Tijdens de wandeling hebben we genoten van mooie meergezichten, kabbelende beekjes en prachtige naaldbossen. Ook was er soms een duidelijk echogalm tussen de rotsen te horen. Het park Nuuksio is dan ook van harte aan te bevelen. In dit seizoen kun je er wandelen (maar er zijn ook fietsroutes), maar in het winterseizoen is er ook een skischans, langlaufroutes en skipistes voor handen. In sommige meren mag je ook vissen en varen. Kortom, voor ieder en voor ieder seizoen wat wils.

Met de bus waren we in een half uur weer terug in Espoo, en twintig minuten later stonden we aan het begin van de avond weer terug in de stad Helsinki. Met een omweg hebben we nog even een broodje gescoort en een wandeling door de stad gemaakt. Tijdens de wandeling bleek dat vandaag de finale van het WK IJshockey in Helsinki wordt gespeeld tussen Finland(!) en Canada. Er liepen dan ook diverse uitgedoste supporters door de stad (en het was best gezellig).

Met een lekkere kop koffie sloten wij onze dag en mini-vakantie in Finland af. Morgen vliegen we in de avond naar huis, maar we gaan eerst nog tele-werken vanuit ons appartement in Helsinki. Kortom: we zijn voldaan – maar ook wel vermoeid door onze wandeling van vandaag.

28 mei 2022 – Sveaborg & Concert

Vanochtendvroeg namen liepen we na het ontbijt naar de markt (Kauppatori, Salutorget). Vanaf daar vertrekken de veerboten naar het fort van Sveaborg, dat zo’n 4 kilometer uit de kust in de archipel van Helsinki ligt. Het fort verdedigt de toegang tot de stad en is daarom zeer strategisch. 

Het fort is in 1748 gebouwd als Sveaborg (Kasteel van de Zweden) ter verdediging tegen Russische uitbreidingspolitiek. Het fort beslaat een achttal kleine onderling verbonden eilanden. Het fort is sterk beïnvloed door de ster-forten van het midden van de 18e eeuw.  De voor de bouw verantwoordelijke officier Augustin Ehrensvärd’s ligt daadwerkelijk op het fort begraven. In de Zweedse periode was er in het fort ook een zeer actief droogdok dat schepen voor de Zweedse marine bouwden. 

In 1808 werd het fort ingenomen door de Russen en in 1809 werd het – net als de rest van Finland – door Zweden afgestaan aan Rusland. Interessant gegeven is dat de verantwoordelijke Russische bevelhebber, Jan Pieter van Suchtelen (Pjotr Kornilovitsj Suchtelen), een in Nederlands geboren Russische generaal was. De in Nederland geboren admiraal in Russische dienst Lodewijk van Heiden zou later ook op dit fort dienen.

In de Russische periode werd het fort beduidend uitgebreid vanwege het grote belang en de strategische ligging. Tijdens de Krimoorlog (1853-1856) werd het fort – net als de andere delen van de Finse kust vanaf zee gebombardeerd door een Brits-Franse vloot.  Ook in de opmaat naar de Eerste Wereldoorlog werd het fort verder uitgebouwd; ter verdediging van zowel Helsinki als Sint-Petersburg. 

Finland verklaarde zich in 1917 onafhankelijk en kreeg de bezitting over het fort. Het fort werd toen ingezet als krijgsgevangenenkamp. Het fort kreeg ook nieuwe naam: Suomenlinna (Kasteel van Finland), dat duidelijk een nationalistische inslag heeft. De Orthodoxe kerk werd ook omgekat tot een Finse Lutherse kerk (een vrij grote verbouwing als je de foto’s van vroeger vergelijkt met de huidige kerk). De kerk kreeg meteen een dubbelfunctie als vuurtoren.

Militair had het fort eigenlijk nauwelijks meer een functie. Toch bleef de scheepswerf operationeel: hier werden in de jaren ‘30 vliegtuigen gebouwd en na de Tweede Wereldoorlog moest Finland er schepen voor de Sovjetmarine vervaardigen (bij wijze van reparatie). 

Hoewel het fort nauwelijks meer een militaire betekenis had bleef het tot 1973 militair gebied (en nog steeds is de Finse Marineacademie (Merisotakoulu) gevestigd op een van de eilanden. Ook is er een strafkolonie voor kleine criminelen, die bij wijze van straf werken aan het herstel van de fortificaties en de conservering van de diverse gebouwen. 

Het hele complex eilanden is niet bijzonder groot: de touristische route is zo’n 1.8 km lang en voert je langs diverse veelal militaire gebouwen. Al met al kun je in een paar uur veel zien: zowel de geschiedenis als de mooie uitzichten van zowel het zeegezicht als de skyline van Helsinki. Het is dan ook zeker de moeite waard. Toch viel het ons op dat het fort in een vrij vervallen staat was: gebouwen mogen zeker een likje verf gebruiken en ook het wegdek is vrij vervallen.

Na zo’n anderhalf uur rondgekeken te hebben op het eiland kozen we er voor de vaste wal weer op te zoeken. Op de vaste wal was er tijd voor lunch en om – dit keer in de zon de stad te verkennen. Op het plein voor de grote Kathedraal was een podium verschenen en er stonden grote lange tafels. Bleek de Suursitsit of Storsits (Grote zit) te zijn, een feest voor studenten van de universiteit van Helsinki, die hier in een soort matrozenpakjes verschijnen. Toch wel bijzonder om te zien.

Het podium en grote tafels voor de Kathedraal

We sloten onze dag af met een gratis concert in de Rotskerk, waar we gisteren ook al waren. Er was hier vrij pompeuze muziek van Straus en de Finse componist Leevi Madetoja. Een bijzondere ambiance voor een concert zullen we maar zeggen.

Het valt wel op: Helsinki (658.000 inwoners en 1.260.000 in de bredere regio; realiseer je ook dat er slechts 5.5 miljoen inwoners in héél Finland zijn) is echt een behoorlijk kleine stad. In drie dagen kun je het meeste wel zien. Als je er nog twee dagen achteraan plakt, dan heb je de meeste belangrijke musea ook gehad. Er is gelukkig nog genoeg moois om te zien. Wordt vervolgd dus…!

Ook een leuke vandaag: een oud straatnaambordje in waar in die talen Sofiastraat staat. De schrijfwijze in het Russisch dateert van vóór 1918 (zo is te zien aan pre-revolutionaire i).

27 mei 2022 – Een regenachtige dag in de Helsinki-archipel

Het centrale treinstation van Helsinki

Vanochtend kwam het helaas met bakken uit de lucht. Toch maar de buitenlucht in gegaan. Op ongeveer een half uur lopen bevindt zich het treinstation van Helsinki (Helsingin päärautatieasema, Helsingfors centralstation) uit 1919. Een vrij pompeus gebouw, dat vooral ook bedoeld was om te onderstrepen dat Finland een onafhankelijk land was geworden. Leuk was dat twee mensfiguren op de gevel die een witte wereldbol vasthielden een shirt van het nationaal voetbalelftal aangetrokken hadden gekregen. De suggestie was in ieder geval duidelijk.

Een half uurtje verderop ligt het nationale museum (Suomen Kansallismuseuo, Nationalmuseum) dat gebouwd is aan het begin van de 20ste eeuw en duidelijk de Finse nationale beweging tevreden moest stellen. Het museum huisvest een collectie met pre-historische vondsten uit Finland (van de native bevolking). De historische tentoonstelling is opgedeeld in twee delen “andermansland: en “het verhaal van Finland”. De eerste tentoonstelling vertelt het verhaal van Finland onder Zweedse en Russische heerschappij. Bijzonder daarbij is dat er eigenlijk bewust wordt verteld dat Finland voor z’n onafhankelijkheid geen eigen geschiedenis heeft. Finland is duidelijk het lijdend voorwerp van de geschiedenis die door anderen is geschreven. De andere tentoonstelling vertelt juist hoe Finland onafhankelijk werd in het kielzog van de Russische revolutie en hoe het Finland daarna verging (onder andere twee oorlogen met de Sovjet-Unie en gedwongen neutraliteit tijdens de Koude Oorlog). De expositie was erg modern opgezet: de bezoeker mag zelf zijn eigen visie op de geschiedenis bepalen. Hoewel dit post-moderne uitgangspunt mooi is, miste ik toch een rode draad in de tentoonstellingen. Iets meer een narratieve insteek waarbinnen de bezoeker zijn eigen verhaal mag vormen zou toch beter zijn geweest.

Na een informatief museumbezoek stond de Rotskerk (Temppeliaukio kirkko, tempelplatsens kyrka) op het programma. Deze kerk is heel modern: half uitgevoerd in een bestaande rots (Helsinki is gebouwd op een rotsige ondergrond) en half in beton. De kerk doubleert als een van de vele schuilkelders in de stad (je ziet overal bordjes naar schuilkelders staan). Deze schuilkelder is gelegen onder de kerk en zowel vanuit en van buiten de kerk te benaderen. Hoewel de Lutherse kerk verder vrij saai is, is het architecturale ensemble en de bijbehorende rotstuin zeker de moeite waard.

Het klapstuk van de dag kwam daarna echter: we hadden een tafeltje geboekt op de M/S Helsinki, een rondvaartboot die ons in 2.5u door de Helsinki-archipel liet varen en ons een stuk van de stad vanaf het water lieten zien. Ondertussen was er een zeer ruimhartig diner-buffet klaargezet: diverse bereidingswijzen van haring (zowel vers als ingemaakt), zalm, garnalen, groenten stonden voor elkaar. Ook was er ruimte voor wat het nationale Finse gerecht lijkt te zijn: Zalmsoep. Allemaal erg lekker, en ondertussen een mooi uitzicht.

Kortom: een zeer welbestede en leerzame dag. Morgen weer een vervolg…

26 mei 2022 – Hemelvaartsdag in Helsinki

Vanochtend werden we wakker in een groot appartement in Helsinki (Zweeds en Russisch: Helsingfors) waar we gisteren aan zijn gekomen. Ons verblijf ligt in een erg rustige wijk, maar wel in het hartje van de stad. Na rustig te zijn uitgeslapen zijn we op zoek gegaan naar een café voor het ontbijt. We vonden dat al meteen om de hoek: voor een heel schappelijk bedrag konden we hier toast, croissants e.d. krijgen. Ook de koffie was prima. We hoefden dus niet met een lege maag op pad.

Genieten van het onbijt

Aan het uiteinde van de straat ligt het havenfront van Helsinki waar ook het echte centrum zich bevindt. Helsinki ligt in een archipel aan de kust van de Zwarte Zee. Je moet hier dan ook moeite doen om de zee niet te zien. Zoals zo vaak bij plaatsen aan de kust: juist de verbinding met de zee geeft de stad z’n ziel en dat is hier ook zo.

Een stukje van het havenfront

Het centrum van Helsinki is zeker de moeite waard: soms lijkt het op Parijs, en dan lijkt het weer sterk op het zéér nabijgelegen St. Petersburg of juist Zweedse steden als Mälmö of Stockholm. Dat is niet zo raar. Finland is in de geschiedenis lang tussen Zweden en Rusland betwist gebied geweest en is tussen die beide landen ook heen en weer geschoven. Eeuwenlang is de bovenlaag in Finland Zweeds geweest (dat bleef ook zo toen Finland in 1809 Russisch werd). Hoewel Zweedstaligen nog maar een kleine minderheid zijn (in Helsinki spreekt 5.6% van de bevolking Zweeds), is de stad formeel tweetalig. Alle borden zijn in iedergeval in het Zweeds en Fins uitgevoerd (dat is wel zo handig, want Zweeds is een stuk begrijpelijker dan Fins). Toch merk je van de Zweedse aanwezigheid weinig: de voertaal is duidelijk Fins, behalve als het op officiële zaken aankomt.

De Alexanderstraat wordt in twee talen aangeduid

Het Russische verleden laat zich ook goed zien in de stad: Zo is de Lutherse kathedraal in z’n architectuur sterk verbonden met de Isaak- en Kazankatherdralen in St. Petersburg. Ook bevindt zich op het havenfront een grote – oorspronkelijk Russisch-Orthodoxe Kathedraal – de Oespenski (Ontslapenis) Kathedraal. Deze kerk is duidelijk Russisch: teksten in de kerk zijn in pre-revolutionair Russisch of Kerkslavisch. Toch is de kerk vandaag de dag niet meer Russisch-Orthodox, maar Fins-Orthodox en behoort toe aan het Patriarchaat van Constantinopel (er woedt dan ook een religieus conflict tussen Moskou en Constantinopel over de kerk in Finland). Daar zal ik de Nederlandse lezer echter maar niet mee vermoeien.

De Lutherse kathedraal van Helsinki lijkt sterk op Katheralen in St. Petersburg
De Oespenski-kathedraal is de Orthodoxe Kathedraal van de stad.
Onze Finse lunch smaakte goed

Als je een wandeling langs de kust maakt, dan kom je vanzelf ook een grote vloot IJsbrekers tegen die in de zomer worden onderhouden – maar ook achter de hand worden gehouden voor eventuele olielekkages. Deze zijn vanuit een groot deel van de stad zichtbaar. Trots van de vloot is de Polaris, de grootste ijsbreker van Finland en de enige die volledig op vloeibaar gas vaart in plaats van veel viezere stookolie.

De vloot met ijsbrekers. De Polaris is de meest linker boot

Een van de redenen om naar Helsinki te gaan is natuurlijk ook om te zien hoe de actuele politieke situatie hier is. Helsinki ligt maar 250 km van de grens met Rusland. Bovendien heeft Finland, samen met buurland Zweden, net de traditionele neutraliteit opgegeven en het lidmaatschap van de NAVO aangevraagd. Je ziet hier dan ook allerhande Oekraïense vlaggen. Het wereldvredemonument, dat in 1989, ter ere van het einde van de Koude Oorlog door de stad Moskou aan Helsinki is geschonken heeft nu ook Oekraïense vlaggen in handen gedrukt gekregen. Bij de Kiosken is het in kranten en tijdschriften ook Poetin die de klok slaat. Erg interessant om te zien hoe het hier leeft. Bij aankomst op de luchthaven gisteren was er ook een aanmeldbalie voor Oekraïense vluchtelingen. In de stad is er ook veel informatie beschikbaar in het Oekraïens. De Russische gemeenschap – die hier een eigen centrum hebben – geven ook aan dat ze tegen de oorlog zijn. Met andere woorden: er is hier voldoende om handen.

Het wereldvredemonument, nu voorzien van een Oekraïense touch

Helsinki is duidelijk de moeite waard. De komende dagen gaan we de stad nog beter verkennen.

Helsinki heeft dit soort pitoreske stukjes

10 april: Een beladen geschiedenis

Helaas kon ik niet langer blijven. Ik had bijvoorbeeld heel graag ook naar Moldavië gewild om daar te kijken. Omdat ik aan het einde van de dag een vliegtuig terug naar huis moest nemen had ik effectief de ochtend en de halve middag nog tot mijn beschikking in Boekarest.

Onderweg naar het museum dat ik wilde bezoeken liep ik langs meerdere kerken. Daar het zondag is, waren er overal diensten gaande. Bij de Oude Hofkerk was de dienst volledig in de open lucht (een restant van covidmaatregelen)? De priesters stonden op een podium, het volk op het plein. Nu heb ik wel eens vaker een Orthodoxe dienst bijgewoond, maar dit was toch anders: normaal gesproken kun je in een Orthodoxe dienst de priesters niet zien gedurende het grootste deel van de dienst. Zij worden van het volk afgescheiden door een muur met iconen (de zgn. iconostase). Nu was er op dit podium slechts een symbolische iconostase gecreeërd met twee afbeeldingen van iconen die aan weerszijde van het altaar opgehangen waren. Zo krijg je een inkijkje in de Orthodoxe liturgie die normaal gesproken verborgen was. Helaas voor mij was Roemeens de liturgische taal en kon ik daarom minder van de dienst verstaan dan als deze in het Kerkslavisch of Grieks was geweest. 

Zoals iedere zichzelf respecterende Midden- en Oost-Europese hoofdstad is er ook een museum voor nationale geschiedenis. In Boekarest bevindt zich dit in een enorm gebouw midden in het centrum. Anders dan de meeste musea voor nationale geschiedenis die ik ken bestreek de expositie niet de hele nationale geschiedenis. Het achterste deel van het museum was gewijd aan de in het museum aanwezige kopie van de Zuil van Trajanus, die de Romeinse keizer Trajanus’ overwinning in de Dacische oorlogen (101-102, 105-106) vierde. Het antieke Dacië besloeg een deel van wat nu Roemenië is. Kortom, het is enigszins logisch dat er hier zo’n kopie aanwezig is. In de kelder bevindt zich een deelexpositie over de nationale schatten van Roemenië.

Nu is dat allemaal reuze interessant en de schatten zijn zeer bewonderenswaardig, maar daar kom ik als historicus van de 20ste en 21ste eeuw natuurlijk niet voor. De rest van het museum was echter gewijd aan de Tweede Wereldoorlog en de nasleep daarvan. Dat is voor mij interessante kost. Na de Eerste Wereldoorlog breidde Roemenië zijn territorium enorm uit, ten koste van Hongarije (Transsylvanië) en met territoria uit het voormalige Russische Rijk (het huidige Moldavië, de Boekovina en de Dobroedzja). Dit betekende dat Roemenië in het interbellum te maken had met twee buurlanden die beiden ontevreden waren met de status quo van na de Eerste Wereldoorlog: De Sovjet-Unie en Hongarije. Uiteraard was er in Europa nog één land zeer ontevreden met de uitkomsten van de oorlog: Duitsland.

Roemenië’s complexe WO II verleden heeft alles met de bovenstaande situatie te maken. In de jaren ‘30 was Roemenië al een semi-dictatuur geworden geleid door koning Karel II.  Ook waren er fascistische bewegingen, waarvan de IJzeren Garde, de grootste was. De binnenlandse ontwikkelingen in Roemenië, samen met de dreiging van de Sovjet-Unie dreven het land langzaam in de armen van Hitler. Of dat voor Roemenië een juiste beslissing was? In augustus 1939, toen Hitler en Stalin het beruchte Molotov-Ribbentroppact sloten erkende Hitler de Sovjetclaims op Roemeens gebied. In 1940 lijfde de Sovjet-Unie Bessarabië en Noord-Boekovina in. Hitler dwong Roemenië samen met Mussolini ook nog eens om gebied af te staan aan Hongarije.

Deze ontwikkelingen zorgden ervoor dat Generaal Ion Antonescu en de IJzeren Garde in Roemenië de macht grepen. Koning Karol werd van de troon gezet en opgevolgd door zijn zoon Michael. Ondertussen werd Antonescu de de facto machthebber in het land. Duitsland was nu de enige mogelijke bondgenoot van het land, en was ook betrokken bij de inval in de Sovjet-Unie. Roemeense troepen zouden uiteindelijk ook vechten in Stalingrad en op de Kaukasus. Niet alleen lijfde Roemenië de aan de Sovjet-Unie verloren gebieden in, het bezette ook een deel van het huidige Oekraïne (hetgeen destijds Transnistrië, d.w.z. de landen aan de andere kant van de rivier Dniester, werd genoemd. Odessa was daarbij de grootste stad die in handen kwam van Roemenië. Roemenië zou uiteindelijk het grootste deel van zijn Joodse bevolking deporteren naar Transnistrië, en uiteindelijk zouden Roemeense joden ook in Nazi-concentratiekampen terecht komen. 

Toen de oorlog in het nadeel van Duitsland keerde stuurde koning Michael aan op een coup tegen Antonescu. Roemenië wisselde van kamp in de Tweede Wereldoorlog en sloot zich in augustus 1944 aan in het geallieerde kamp. Dit leidde onverwijld tot een oorlog in het Westen van Roemenië met Duitse troepen. Roemenië poogde zo zijn toekomst als onafhankelijke staat te waarborgen. Het mocht niet baten: de Westerse geallieerden erkenden Roemenië als onderdeel van de na-oorlogse Sovjetinvloedsfeer. Roemenië kreeg wel Transsylvanië terug, maar Moldavië/Bessarabië en Boekovina,  en een deel van de Dobroedja moesten opnieuw aan de Sovjet-Unie worden afgestaan. Ook moest er gebied in het zuiden aan Bulgarije worden afgestaan.

Deze geschiedenis wordt in het museum uitgebreid verteld. Daarbij lijkt dit alles Roemenië simpelweg te ‘overkomen’. Ook wordt weliswaar de Roemeense Holocaust vermeldt, maar wat niet wordt verteld is de manier waarop Roemenië de Joodse bevolking in Transnistrië heeft behandeld. In Odessa werd bijvoorbeeld een groot deel van de Joodse bevolking een havenloods in gedreven, welke vervolgens met artillerie werd bestookt. Ook worden er continue helden gezocht, die worden dan ook gevonden in Koning Michael, maar ook in voormalig premier Nicolae Iorga, die in 1940 door de IJzeren Garde is vermoord.  Al met al is de expositie een gemengd verhaal: aan de ene kant is het bijzonder eenzijdig, aan de andere kant wordt van Ion Antonescu – die op zijn beurt door de Communisten is geëxecuteerd – geen held gemaakt. Nationalistisch Roemenië heeft de neiging dit laatste te doen. Ook lijkt de expositie enig rekenschap te geven voor de Roemeense rol in de Holocaust (maar wordt die eigen rol nog steeds maar marginaal behandeld). Het is interessant om te zien hoe met dit verleden wordt omgegaan. Anderzijds maakt dat de vraag waarom je hier van het hele Oekraïne-verhaal in het heden niet zo veel hoort. Je zou toch een zekere mate van historische verstrengeling op basis van dit verleden kunnen bedenken.

Op loopafstand bevindt zich ook het Nationale Kunstmuseum. Dat is gevestigd in het voormalige koninklijke paleis. Wat meteen opvalt is het volgende: tot omstreeks de 17e eeuw is er géén niet-religieuze kunst in het museum te zien. Nu is Roemenië Orthodox, en wereldlijke kunst bestaat in de Orthodoxe traditie niet. Ook interessant: de religieuze kunst die in het museum te zien is (iconen, kruizen en liturgisch vaatwerk) is bijna zonder uitzondering in het Kerkslavisch of Grieks. Het hele idee dat de Roemeense taal geschikt zou zijn voor hoogcultuur – waartoe je de liturgie en religie moet rekenen – is dus betrekkelijk laat in de geschiedenis opgekomen. Ook zo leer je nog eens iets over de Roemeense geschiedenis.

Het museum had ook een grote Oekraïense vlag aan de gevel hangen, met daarop de tekst ‘Solidariteit’. Het kwam er op neer dat Oekraïense vluchtelingen het museum gratis konden bezoeken. Er waren dan ook véél moeders die Russisch spraken met hun kinderen. Als je die twee zaken bij elkaar optelt, dan is het wel duidelijk.

Op het einde van de middag moest ik naar het vliegveld om mijn vlucht terug te halen. Allicht komt er later dit jaar een vervolg?

Openluchtmis in het centrum van Boekarest
De voet van de kopie van de zuil van Trajanus. De overige delen van de zuil staan eromheen uitgestald.

De Roemeense kroon is voor koning Karel I (r.  1881-1914) gemaakt van metaal van een kanon dat in de Roemeense onafhankelijkheidsoorlog is buitgemaakt op de Ottomanen. 
Altaarstuk met een ikoon van Christus (16e eeuw)  De taal op de afbeelding is in het Kerkslavisch.
Voormalige troonzaal van het Koninklijk Paleis
Trein naar de luchthaven

8 april 2022 Boekarest

Gisteren ben ik laat op de avond naar de Roemeense hoofdstad Boekarest gevlogen om in een buurland van Oekraïne de temperatuur te meten. In 2014 heb ik de vergissing gemaakt niet naar Oekraïne te gaan toen daar belangwekkende politieke en sociale gebeurtenissen gebeurden. Daar heb ik nog altijd een beetje spijt van. Maar, nu naar Oekraïne afreizen is niet zo verstandig. Dan maar zo dicht mogelijk komen en zien wat er gebeurt.

Op de luchthaven van Boekarest, die op zo’n 25 minuten rijden van het centrum ligt, werd ik opgewacht door een taxichauffeur. Dit leek mij de meest gemakkelijke manier omdat ik pas om 23.45 zou landen (en uiteindelijk zelfs een beetje vertraging had). De taxichauffeur wist mij al te vertellen dat ‘iedereen in Roemenië tegen Poetin is’, behalve de politiek ‘maar die kun je in Roemenië toch niet vertrouwen’ en ‘alles draait toch om het geld’. Ook wist de chauffeur mij te verzekeren dat vluchtelingen uit Oekraïne zo goed en zo kwaad als het kan opgevangen worden (en welkom zijn). Beetje pijnlijk waren wel de opmerkingen over de corruptie in het Roemeense politieke systeem. Toen ik vroeg of dit beter was geworden nadat de huidige president, Klaus Iohannis, in 2014 aangetreden was als president, antwoordde de chauffeur dat het wel beter was geworden, maar de president was geen echte Roemeen: Hij was immers een in het buitenland geworden Duitser. Nu is Klaus Iohannis inderdaad een etnische Duitser, maar hij is afkomstig uit de Duitse minderheid in Transsylvanië (Du: Siebenburgen of NL. Zevenburgen). De zgn. Zevenburgse Saksen wonen al sinds de 12 eeuw in deze regio. Iohannis is dan ook geboren en getogen in het Roemeense Sibiu (Du. Hermannstadt). Afijn, zo wordt maar weer duidelijk minderheden in deze regio toch maar ingewikkeld zijn. 

Vanochtend werd ik wakker in een véél te grote hotelkamer (een suite van 35m²!). Voor de prijs die ik er voor betaald heb, heb je in Nederland nog geen bezemkast als hotelkamer. Na het ontbijt ben ik even naar de buurtwinkel gelopen om broodjes te halen voor de lunch. Helaas zat de rest van de dag vol met online vergaderingen en een online cursus (dat betekende dat ik al een dag eerder naar Roemenië kon reizen).

Toen ik om 16u mijn computer uitzette (15u bij jullie) ben ik naar het Gara de Nord gelopen, dat op drie minuten van mijn hotel ligt. Het Gara de Nord is het grootste treinstation van de stad en, zoals de naam al doet vermoeden, alle treinen die uit het Noorden komen – waar Oekraïne ligt – komen er aan. Het gebouw doet erg denken aan zijn Parijse – bijna – naamgenoot. Op het station is de vluchtelingencrisis goed te zien: overal staan bordjes die je in het Russisch naar het vluchtelingenhulppunt leidden. Hier is in alles voorzien: er is een eerstehulppost, er zijn ruimtes om te rusten (gescheiden) voor mannen, en vrouwen met gezin. Er is ook een helpdesk waar bemiddeld wordt bij het vinden van gratis(!) onderdak. Vluchtelingen kunnen ook gratis treinkaartjes krijgen bij de balie naar grote delen van Europa. Ook de treinen naar de luchthaven worden in het Russisch aangegeven. Let wel: de delen van Oekraïne die in het oosten aan Roemenië grenzen zijn grotendeels Russischtalig, dus dat Russisch is niet zo raar. Het oogt allemaal goed georganiseerd en er is ook bewaking door politie. Met andere woorden: het lijkt er op dat de horrorverhalen van mensensmokkel die je soms hoort, hier niet echt mogelijk zijn (maar schijn kan uiteraard bedriegen). Het station is een drukte van jewelste, maar de ruimtes voor vluchtelingen kwam je – begrijpelijkerwijze – niet in.  Een kort praatje met een van de medewerkers – in het Russisch – leverde in ieder geval de bovenstaande informatie op. 

Na een uurtje op het station te hebben rondgelopen constateerde ik dat ik hier niet zo veel meer zou opsteken. Ik besloot dan maar om naar het stadscentrum te gaan om te kijken of daar nog iets was dat met de oorlog in het buurland te maken heeft. Dat viel een beetje tegen: in de drukte van de grote stad verdunt de vluchtelingenstroom dermate dat het niet echt meer zichtbaar is. Wel zie je af en toe Oekraïense vlaggen als steunbetuiging, maar minder dan in Nederland (de vraag is even of dat meer over de Roemeense omgang met de oorlog in Oekraïne zegt, of over de onze..). 

Uiteraard kan ik het ook niet laten om buiten het Oekraïne-gebeuren om iets te zeggen over Boekarest. Roemenië is in (Zuid)Oost-Europa een vreemde eend in de bijt: er wordt geen Slavische taal gesproken, maar een Romaanse taal die meer verwant is met het Italiaans dan met alle ander buurtalen. De taal is heel komisch: het is een sterk archaïsche taal (de taal heeft nog naamvallen) en de woordenschat is enerzijds heel Romaans (en daarmee toegankelijk voor niet-sprekers) maar aan de andere kant zie je af en toe hele sterke Slavische invloeden. Bronwater heet hier bijvoorbeeld apa de izvor. Apa komt van het Latijnse ‘aqua’, maar het woord ‘izvor’ is gewoon het Slavische woord voor bron.

De bijnaam van Boekarest is ‘het Parijs van het Noorden’. En inderdaad de stad heeft het e.a. weg van Parijs. Wel moet ik zeggen: de stad ligt er redelijk afgetakeld bij: er zijn stukken die er goed uitzien, maar er zijn ook stukken waar bijna alle gebouwen toe zijn aan een grondige renovatie. De oude stad is wel volledig autovrij gemaakt. Dat mag met recht een plus genoemd worden. Noemenswaardig is ook het Roemeense parlementsgebouw, dat in de jaren ‘80 als prestigeproject is gebouwd door de toenmalige communistische dictator Nicolae Ceaușescu. Terwijl het land moeilijke tijden doormaakte werkte een team van 700 architecten aan dit gebouw, waarvoor een complete woonwijk tegen de vlakte is gelegd. Het gebouw met een oppervlakte van 365.000m² en een volume van 2.550.000m³ is het op een na grootste bestuurlijke gebouw ter wereld (en allicht het grootste parlement ter wereld). Naast het parlement zitten er een drietal musea in het gebouw. Desalniettemin is het gebouw voor 70% ongebruikt en kost het onderhoud, de verwarming en elektriciteit enorm veel. Al met al is Boekarest best de moeite waard.

Morgenochtendvroeg ga ik met de trein naar de stad Galați die min of meer op het drielandenpunt van Roemenië, Moldavië en Oekraïne ligt. Waarschijnlijk is er daar meer van de oorlog in Oekraïne te merken.

Het Gara de Nord


Een leuke verrassing voor spoorliefhebbers. Dit treinstel type DH2 reed is zijn leven begonnen als ‘Wadloper’ voor de NS, later voor Noordned en Arriva. Ze reden op de Noordelijke nevenlijnen in Groningen en Friesland. In Roemenië heeft dit stel een tweede leven gekregen.


Op het Gara de Nord is het een drukte van jewelste.


In deze tent bevindt zich de spoedeisende hulp voor Oekraïense vluchtelingen.


Boekarest mag dan wel een klein Parijs zijn, anders dan in Parijs struikel je over dit soort kleine – historische – Orthodoxe kerken. Dit is het Stavropoleos-klooster uit de 18e eeuw.


Dit is de nieuwe St. Joriskerk uit de 17e eeuw. Hier bevinden zich de relieken van de heilige vorst Constantin Brâncoveanu van Wallachije.

Het gebouw in de verte is het Roemeense parlementsgebouw


Vanaf het balkon van dit gebouw – nu het ministerie van Binnenlandse zaken – gaf dictator Nicolae Ceauşescu in december 1989 zijn beruchte laatste toespraak waar hij door het volk op het plein werd uitgejouwd in plaats van toegejuigd.